Het is onmiskenbaar: de klacht burn-out is in toenemende mate een medisch en sociaal probleem aan het worden. Ondanks de intentie van de overheid om het burn-out-percentage naar beneden te dringen, laten de cijfers zien dat dit niet lukt. Sterker nog, het burn-out percentage loopt gestadig op.
Burn-out blijft, alleen al vanwege de naamgeving, een mysterieus begrip. Er is immers geen scherp omlijnde medische diagnostiek om burn-out aan te tonen. Daarnaast is er een overlap van burn-out symptomen met die van depressie, overspannenheid, emotionele uitputting, en stress-gerelateerde klachten.
Deze wirwar van klachten en mogelijke diagnoses maakt een gerichte aanpak dan ook moeilijk. Wat het verder compliceert is de vraag: een burn-out is dat het vakgebied van de huisarts, van de psycholoog of van de psychiater? Wie is eigenlijk de burn-out-specialist?
We weten in ieder geval dat een burn-out het gevolg is van een discrepantie tussen de belasting en belastbaarheid, tussen stress en draagkracht. En het altijd voorkomende symptoom van vermoeidheid duidt op energiegebrek.
Wat heeft Vortx gedaan? We hebben ons afgevraagd: als er sprake is van een burn-out, WAT is er dan “burned-out”?
Bij de beantwoording van deze vraag staat het begrip ‘resources’ centraal. Resources zijn de optelsom van de mentale en fysieke “energiebronnen” die ons ter beschikking staan. Er zijn mensen die over heel veel resources beschikken, robuuste mensen, die tegen een stootje kunnen. En er zijn fragiele mensen die over weinig resources beschikken. De meeste van onze klanten zijn echter robuuste mensen. Robuuste mensen hebben namelijk de eigenschap hun resources te overschatten. Het zijn vaak mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, de perfectionisten, “pleasers” die moeilijk nee kunnen zeggen, kortom mensen die graag wat meer hooi op hun vork nemen dan ze eigenlijk aankunnen. En dat gaat zich op den duur wreken.
Maar het gaat verder - we hebben vier resources scherp gedefinieerd:
Belangijker zijn in dit verband:
het autonome zenuwstelsel: stuurt alle vitale functies aan, zonder bewuste tussenkomst van het centrale zenuwstelsel. Denk aan de hartslag, de ademhaling, de bloeddruk, zweten, de doorbloeding van de huid, de spijsvertering, de grootte van onze pupillen, enz. Dit zijn functies die te belangrijk zijn om aan het bewustzijn over de laten. Stel je voor dat je de eigen hartslag op gang zou moeten houden….
Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee grote zenuwtakken die weliswaar een tegengestelde functie hebben maar elkaar aanvullen, te vergelijken met het gaspedaal en de rem in je auto. Stel dat je alleen maar een gaspedaal in je auto zou hebben of dat je auto alleen maar een rem zou hebben….. Deze twee takken zijn beiden weer verbonden met vrijwel alle organen in het lichaam. Zo brengt de ene tak je hartslag omhoog, terwijl de andere tak je hartslag weer naar beneden brengt.
Ter referentie: de stof die ervoor zorgt dat het gaspedaal zijn werk doet heet: adrenaline. In feite een “overlevingsstof” die ons de energie geeft om te overleven in levensbedreigende situaties.
Wij onderscheiden daarom:
1. centrale burn-out (van het centrale zenuwstelsel)
2. autonome burn-out (van het autonome zenuwstelsel)
3. hormonale burn-out (van het stress hormoonsysteem)
U zult begrijpen dat een adequate diagnose leidt tot een nog gerichtere, effectievere en efficiëntere aanpak van burn-out. Voor het eerst wordt er nu onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van burn-out. Vortx gebruikt hiervoor testen die de vier fysiologische systemen snel, betrouwbaar, gemakkelijk, zonder bloedafname en zonder inspanning van de cliënt, in kaart te brengen. Zodoende krijgt men een duidelijk beeld van de mentale en fysieke resources van de geteste persoon.
Daarop aansluitend heeft Vortx protocollen ontworpen die de verschillende soorten burn-out via een “menukaart” van interventies kunnen oplossen. Het kernprobleem blijft natuurlijk het verminderen van de oorzakelijke belasting of stressor! En dat gaat gemakkelijker zodra de beperkte resources van de cliënt weer aangevuld zijn.
Voor degenen onder u die zich regelmatig storten in de informatiejungle van het Internet rijst wellicht de vraag: waarom heb ik hier nog zo weinig over gelezen? Het antwoord ligt voor een groot deel aan de structuur van onze analytisch ingestelde medische wetenschap. Een voorbeeld: men neemt een groep gezonde mensen en een groep mensen die gediagnosticeerd zijn als hebbende een burn-out.
De wetenschappers meten vervolgens de toestand van het autonome zenuwstelsel en komen tot de ontdekking dat slechts laten we zeggen 30% van de burn-out groep waarden heeft die afwijken van de gezonde groep. Conclusie: burn-out wordt niet veroorzaakt door het autonome zenuwstelsel. Want immers 70% van de burn-out groep heeft normale waarden voor het autonome zenuwstelsel. Een meting van het autonome zenuwstelsel is dus niet adequaat om burn-out te kunnen diagnosticeren. En voor de wetenschappers stopt het bij die conclusie.
Immers, als dat zo wel zo zou zijn zouden in een perfecte situatie alle mensen uit de burn-out-groep een afwijkende waarde moeten hebben ten opzicht van de gezonde groep. Klopt dit onderzoek: ja! Is de conclusie juist? Ja, het is namelijk precies hetzelfde wat wij ook beweren, met dien verstande dat wij kijken ook naar die ander 70%, daar zou namelijk best sprake kunnen zijn van een centrale of een hormonale burn-out. En laat het autonome zenuwstel inderdaad normale waarden zien.
Vandaar dat wij alle 4 resources, fysiek, centraal, autonoom en hormonaal tegelijkertijd testen en dan kijken naar het totaalplaatje hiervan. Dat is de grote meerwaarde van ons concept.